Maeckes logo

<    1    >


Tijd

De tijd gaat steeds verder en loopt alsmaar door. Soms heet dit de absolute tijd of de werkelijke tijd.

 


Voorbeeld 1

Bij tijd denken we meestal aan een tijdsduur of een tijdstip. Vaak gebruiken we hierbij een klok die steeds verder telt. Secondes, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren, eeuwig ...
Maar eigenlijk weten we helemaal niet wat tijd is.

 


Voorbeeld 2

Voor ieder mens begint het leven met de geboorte en eindigt met de dood. Wat er voor de geboorte was, en wat er na de dood is, weet niemand. Daarover bestaan veel verschillende voorstellingen. Maar begint het leven echt pas met de geboorte, en eindigt het echt met de dood?

 


Voorbeeld 3

Het universum heeft niet altijd bestaan. De meeste mensen denken dat het een keer is ontstaan (of geschapen werd). En het zal waarschijnlijk ook wel een keer ophouden. Daar bestaan veel verschillende ideen over. Was er een Big Bang en komt er een Big Crunch?

 


Voorbeeld 4

De tijd is geen constante factor. Met de speciale relativiteitstheorie kun je dit berekenen. Als de snelheid toeneemt gaat de tijd langzamer. De maximale snelheid is de lichtsnelheid, die je niet kunt bereiken, want dan zou de tijd niet meer verder lopen.

 


Voorbeeld 4

Aan de basis van dissipatieve structuren, waarbij een open systeem energie en materie uitwisselt met zijn omgeving, staat een onomkeerbare gang van de tijd. Hierdoor is de quantummechanica niet geschikt om deze systemen te beschrijven.

 


Deutsch   English   Español   Français   中文   Русский